Nederlandse daklozen hebben het zwaar. Terwijl er miljoenen euro’s beschikbaar zijn voor andere landen zijn er naar schatting 26.000 mensen die aan hun lot worden overgelaten. Ongehoord Nederland ging op straat kijken en trof Theo aan.
Op straat
In Nijmegen wonen tussen de 220 en 250 daklozen. De 69-jarige Theo is een van hen. Sinds maart leeft hij op straat. Maar hoe is hij op straat gekomen?
”Ik ben in de psychiatrie terechtgekomen. Ik heb heel veel gedronken en mijn hele sociale leven is in elkaar gestort. Ik heb geen huur betaald en ben toen uit huis gezet.”
Plekken zoeken
Op de vraag waar hij zoals slaapt zegt Theo: ”In de zomer ga je gewoon (Theo wijst naar een boom) daar liggen. Daar heb ik onder gelegen.”
”Ik heb in dienst gezeten en weet goede plekken te vinden.” Theo overleeft in de kou door meerdere lagen kleding. Soms heb ik meerdere lagen kleding aan.”
”Dan heb ik vier broeken aan. Meestal ben ik zo gekleed dat ik bij wijze van spreken gewoon ergens kan gaan liggen en kan slapen.”
Burgemeester Bruls
Theo stelt dat er op hem en andere daklozen gejaagd wordt. ”Door de p0litie en door handhaving. Een boete omdat je dan ergens slaapt, of omdat je ergens plast.”
”Wat verwachten ze van mij? Het enige wat de gemeente wil, onder leiding van Bruls, dat alle daklozen gewoon oprotten uit Nijmegen en ze zoeken het maar uit.” Theo stelt terecht dat je het probleem daarmee alleen maar verplaatst en er niks mee oplost.
Hulp
Theo heeft hulp nodig. ”Ze sturen me van de ene noodopvang naar de andere. Ik had allang in een reguliere opvang op weg naar zelfstandig wonen met eventuele ambulante begeleiding moeten zitten.”
”De manier waarop ik behandeld ben vind ik ronduit schandalig. Ik ben 69 jaar, ik val onder de wet langdurige zorg. Het stelt allemaal helemaal niets voor.”
”Zo gauw iemand je alles afpakt, en dan heb ik het over rijbewijs, identiteitsbewijs, bankpas en je telefoon, dan besta je ook helemaal niet meer.”
Buitenlanders
De verslaggever van Ongehoord Nederland trapt een open deur in door te vragen wat Theo van ontwikkelingshulp vindt.
”Dat ligt scheef. We zijn mensen in andere landen aan het helpen. Er ligt hier een luxeboot voor Oekrainers en eigen volk loopt op straat.”