Meryem (23) zou uitgehuwelijkt worden maar sloeg op de vlucht

woman, girl, lady

De zus van Meryem kwam nooit meer thuis na een ‘familiebezoek’ in Marokko. Toen zij zelf die richting op moest om met haar neef te trouwen, zag ze de kans schoon om te vluchten. ”Ik wist: het is nu of nooit.”

‘Familiebezoek’

Meryem is dol op haar oudste zus. ”Ze hield van merkkleren, popmuziek en make-up. Dingen waar mijn ouders ontzettend op tegen waren.”

”Mijn zus had regelmatig discussies met mijn vader. Die wilde dat zij zich bedekte wanneer ze naar buiten ging. Ze moest dan lange rokken aan.”

Toen haar zus zestien jaar was, brachten haar ouders haar naar het vliegveld voor een ‘familiebezoek’. ”Mijn zus huilde. Toen dacht ik nog dat ze terug zou komen.”

”Toen mijn moeder me vertelde dat ze in Marokko wilde blijven, snapte ik daar niets van. Hoe kom ze dat nou willen? Tegen mij had ze altijd gezegd dat ze rechten wilde gaan studeren en in Amsterdam op kamers wilde gaan wonen.”

three person walking towards brown building

Bedekkende kleding

”In de zomer, vlak voordat ik naar de middelbare school zou gaan, kwam ik thuis en stond mijn vader in mijn kamer. Hij had een vuilniszak in zijn hand.”

”Hij gooide al mijn kleding erin. Ik stond perplex en vroeg hem waarom. Mijn vader vond het tijd ik me meer zou bedekken op straat.”

”Tegensputteren had geen zin. Ik was bang voor mijn vader. Hij had me al eerder alle hoeken van de kamer laten zien toen ik ’te brutaal’ was. Ik wilde geen klappen meer krijgen.”

”Mijn moeder steunde me nooit. Ze heeft me nooit aangeraakt, maar ze lekker het wel prima te vinden dat mijn vader losse handjes had.”

Vrijheid weg

In de drie jaren die daarop volgen, krijgt Meryem steeds minder vrijheid van haar ouders. Afspreken met vrienden was er niet bij.

”Mijn moeder had geen werk. Ik moest meteen naar huis komen en helpen in het huishouden. Ik moest dat op een erg ‘goede manier’ doen.”

”Op een dag, vlak voordat ik naar havo 4 ging, zei mijn moeder: ”Volgende week gaan we je zus bezoeken, dus pak maar een koffer in.”

Marokko

”Ik was maar één keer eerder in Marokko geweest, toen ik elf was. Ik haatte het daar, ook omdat mijn zus niet meer de oude was. Ze liep met een hoofddoek en ik mocht haar maar heel even spreken, omdat ze ‘druk’ was met andere dingen, had mijn tante gezegd.”

female, headscarf, back

 

”Ik was bang voor de reis. Zou ik wel op tijd terug zijn voordat school weer begon? Mijn moeder zei dat we snel weer terug zouden komen.”

”Ik vertrouwde haar niet en vroeg haar om het retourticket. Die wilde ze niet laten zien en ze informeerde mijn vader. Vanaf toen zat ik opgesloten in mijn kamer.”

Uitgehuwelijkt

Drie dagen voordat we zouden vertrekken, kwam mijn vader mijn kamer binnen. Hij liet me een foto zien van een man die twee keer zo oud was als ik. Hij had een geel gebit en kleine oogjes.”

Volgens mij vader was dit mijn achterneef. Ik was mijn achtste aan hem beloofd en moest instemmen met een huwelijk zodat hij naar Nederland kon komen.”

”Als ik dat niet deed mocht ik de kamer niet uit. Toen besefte ik het: dit is wat mijn zus is overkomen.” Er werd een hangslot op mijn deur gedaan. Mijn moeder was mijn cipier geworden.”

Plan

Meryem bedenkt een ontsnappingsplan en doet net alsof ze wil trouwen. Ze mag de kamer uit en ziet haar kans schoon om te vluchten wanneer haar vader een pakketje gaat ophalen.

”Ik pakte een rugzak en verliet de woning. Ik ging naar het busstation om de bus naar een blijf-van-mijn-lijfhuis te gaan. Dat adres had ik opgeschreven.”

person standing in transportation vehicle

”Eenmaal aangekomen twijfelde ik. Ik besloot mijn ouders te bellen. Ze hadden inmiddels wel door dat ik weg was en naïef als ik was, hoopte ik dat ze tot inkeer waren gekomen.

JIJ TROUWT

”De reactie van mijn moeder was ijzig. Ze zei: ‘Of je komt terug en je trouwt met wie wij zeggen, of je bent vanaf vandaag niet meer onze dochter’.”

”Ik kon niets meer uitbrengen, ik bleef stil. Net zolang totdat ik aan de andere kant van de lijn een klik hoorde. Mijn moeder had opgehangen.”

Meryem besluit naar het blijf-van-mijn-lijfhuis te gaan, waar ze wordt opgevangen. Er wordt aangeraden aangifte te doen, maar dat wil ze niet.

”De mensen hebben me geholpen om uiteindelijk in een begeleid wonen-traject terecht te komen en terug te gaan naar mijn school.”

Geen familie

”Het was niet makkelijk. Mijn oude identiteit bestaat niet meer. Ik leid mijn leven zonder familie. Als ik ooit kinderen krijg, zal er aan mijn kant geen opa, oma en andere familie zijn.”

Zus

”Een paar maanden geleden heb ik via Facebook mijn zus gesproken. Ik had een account aangemaakt onder een valse naam en heb haar een berichtje gestuurd. Erg emotioneel.”

”In eerste instantie was ze boos. Later gaf ze toe dat ze wenste dat ze het lef had gehad om te doen wat ik heb gedaan. Ze zit opgesloten in een huwelijk met een man van wie ze niet houdt. Ze heeft twee kinderen met hem en weet dat ze die nooit mee naar Nederland zal krijgen als ze weggaat.”

Vertrouwen

”Ik ben een ander persoon geworden. Ik heb veel moeite om mensen te vertrouwen. Graag zou ik een relatie worden, maar ik ben bang.”

”Bang om mensen te vertrouwen. Toch ben ik in zekere zin gelukkig. Ik kan nu zelf bepalen met wie ik wil daten, trouwen en met wie ik ooit kinderen wil krijgen.”

Scroll naar boven