Veel ouders moeten er niet aan denken om hun kind(eren) uit het oog te verliezen. Als je niet weet waar je kind is, is dat een enorm naar gevoel. Het vierjarige zoontje van Janine (31) is een dromer. Hij gaat graag zijn eigen gangetje en wil alles op eigen houtje doen.
”Mijn kind doet graag wat hij zelf wil en is altijd met vanalles bezig, behalve met zijn omgeving. Toen hij vier werd, was het tijd voor de basisschool. Ik vond dat helemaal niet leuk, want wat is er nou lekkerder dan je kind de hele dag om je heen in huis hebben?”
Naar school
”Toen hij voor het eerst naar school ging, was dat net in de covidperiode. Er waren allerlei regels en wij als ouders mochten niet meelopen naar de klas.”
”Wel had ik een kennismakingsgesprek met de juffrouw van die kleine. Ik kaartte aan dat ik hem nog erg jong vind en dat ik het enorm spannend vond om hem ‘los te laten in een klas vol kinderen’. Vanaf zijn geboorte tot dat moment, was ik als zijn moeder de enige aan wie hij gewend was.”
”Ik liet de juf weten dat hij een dromer is en dat ze hem goed in de gaten moest houden. Het zou niet de eerste keer zijn dat hij zomaar ergens heen zou lopen. De juf verzekerde me dat alles goed zou komen en dat ze op hem zou letten. Het gaf me een gerust gevoel.”
Telefoon van directeur
”Twee weken later zat ik op de bank een Netflix-serie te kijken, toen mijn telefoon plots ging. Ik herkende het nummer niet, maar toen ik opnam bleek het de schooldirecteur te zijn. Het allereerste dat hij zei, terwijl ik de paniek in zijn stem hoorde, was dat ik niet moest schrikken.”
”Iedereen die zelf ouder is, weet op zo’n moment dat het foute boel is. De schrik sloeg me direct om het hart en ik was bang voor wat er komen ging.”
”Hij vertelde dat mijn zoon niet in de klas zat na het buitenspelen en dat niemand hem kon vinden. Hij was weggelopen van het schoolplein en zijn juffrouw was enorm aangedaan naar de directiekamer gekomen. Daarop is besloten met meerdere collega’s te gaan zoeken.”
”De school is omgeven met water en mijn zoontje kan nog niet zwemmen. De directeur zei dat ze hem na een kwartiertje hadden gevonden. Bij het water. Ze waren net op tijd en hebben hem terug naar school gebracht. Toen ik hoorde dat hij niets mankeerde werd ik weer rustig.”
Geen vertrouwen meer
”Sinds dat moment heb ik eigenlijk geen vertrouwen meer in de school. Met wat ik had aangegeven is blijkbaar niet veel gedaan. Hij moet naar school, maar sinds dat moment ben ik dagelijks huiverig. Wat als de telefoon weer gaat en er is dit keer wel iets gebeurd?”