De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft ‘verontrustende’ cijfers openbaar gemaakt. Ten opzichte van eerdere jaren hebben vorig jaar veel meer meisjes onder de 15 jaar abortus laten plegen. Er is geen verklaring voor de toename.
Om precies te zijn lieten 101 tienermeisjes, jonger dan 15 jaar, hun zwangerschap vroegtijdig afbreken. In 2020 ging dat om 58 meisjes terwijl in 2019 70 meisjes abortus lieten uitvoeren.
Abortussen dalen
De inspectie heeft ook gekeken naar het totale aantal abortussen in 2021. Dat aantal daalde juist ten opzichte van 2020, maar komt nog immer uit rond de 30.000.
Ook het aantal zwangerschapsafbrekingen bij jongeren tot en met 19 jaar vertoonde sinds 2002 een “gestaag dalende lijn”. Die daling lijkt de laatste jaren te stagneren. In 2019 steeg het aantal, maar die stijging zette in 2020 niet door. In 2021 waren het er wel weer wat meer. In totaal werden er vorig jaar 2383 abortussen bij tieners uitgevoerd, 28 meer dan in 2020.
Meesten vroeg afgebroken
In totaal werd 85 procent van de abortussen vorig jaar uitgevoerd in het eerste trimester van de zwangerschap. Dat is dus binnen 13 weken. De resterende 15 procent vond plaats in het tweede trimester.
In ons land is abortus toegestaan tot maximaal 24 weken in de zwangerschap. Vrouwen die zich na deze termijn melden om hun baby weg te laten halen, krijgen hier enkel toestemming voor wanneer er zwaarwege medische redenen zijn, zoals wanneer een baby niet levensvatbaar blijkt.