In Ter Apel is vorige week vrijdag een 18-jarige vreemdeling goed aangepakt door Nederlandse burgers, die hem geld zagen jatten uit een bestelbusje.
Vreemdeling
Vrijdagavond kwam er bij de p0litie een melding binnen van een burgerarrest met mogelijk geweld in de Hoofdstraat in het gekoloniseerde Ter Apel.
Toen dienders ter plaatse kwamen, werd er een jongen van 18 jaar aangetroffen die gew0nd was. Volgens de auroriteiten is er ‘iets gebeurd’.
Wat dat precies is, is vooralsnog onduidelijk. Althans, bij RTV Drenthe schijnen ze wel te weten wat er gebeurd is. De jongen, een asielzoeker, zou zich schuldig gemaakt hebben aan diefstal.
Hij zou geld uit een bestelbusje hebben gepikt en werd op heterdaad betrapt. Daarop kwam de burgerwacht in actie en greep hem in zijn nekvel. De steeldief moest naar het ziekenhuis.
Kolonisten
Zoals iedereen weet is Ter Apel gekoloniseerd gebied. De oorspronkelijke bevolking wordt al jarenlang confronteerd met een steeds groter wordende groep vreemdelingen.
Dat zou geen probleem moeten zijn, ware het niet dat een bepaald gedeelte van die groep zich flink misdraagt. Ter Apel is nu een wespennest geworden.
Ondernemers hebben dagelijks te maken met rovende vreemdelingen, op straat is het voor vrouwen niet veilig en ze zoeken naar woningen om in te breken.
Je zou zeggen: hoe is dat nu mogelijk? Tsja, dat vragen bewoners zich ook af. Maar VVD-minister Eric van der Burg is alleen maar bezig met zich drukmaken over het feit of iemand op een stoel moet slapen.
Burgemeester boos op burgers
En wanneer de p0litie het laat afweten (als in: in de bus zetten naar Ter Apel en een vermanend gesprekje), dan gaan burgers op gegeven moment maar zelf ingrijpen.
Burgemeester Eric van Oosterhout (Emmen) vindt dat niet kunnen. ”Dit is heel beroerd. Hier schrik ik van. Het is simpel: de burgers moeten hun grenzen kennen. Het mag niet, en dat weet iedereen.”
In en rondom Ter Apel is al geruime tijd een burgerwacht actief. Het gaat om mensen die de orde zelf willen handhaven. In hun ogen doet de p0litie te weinig. Van Oosterhout stelt dat het wachten was op ‘dit soort uitwassen’.
