Het Openbaar Ministerie verdenkt twee vrouwen van de zware mishandeling van een slechts 1-jarig meisje in Rotterdam. Het slachtoffertje liep op 1 februari dit jaar verschrikkelijke brandwonden op doordat haar onderarmen in een emmer met kokend heet water zouden zijn gedompeld.
In de zes maanden voorafgaand hieraan zouden er meer gruwelijke feiten hebben plaatsgevonden. Zo zouden de handen van het kind zijn vastgebonden en kreeg ze nauwelijks eten en drinken met ernstige ondervoeding tot gevolg. Dat heeft de arts vastgesteld die het gewonde meisje in het Maasstad ziekenhuis heeft onderzocht.
Verdachten wijzen naar elkaar
De verdachten zijn de moeder van het kind en de 51-jarige Line W., bij wie de twee inwoonden. De politie besloot de moeder eerder vrij te laten. De vrouw gaf W. de schuld. Maar W. beweert juist dat de moeder de gruwelijke misstanden heeft begaan en vindt dat zij onterecht vastzit.
De advocaat van W. probeert de onschuld van zijn cliënt te bewijzen: ”Drie getuigen hebben afzonderlijk verklaard dat de moeder haar taak heeft veronachtzaamd. Zij bleef in gebreke en bond haar dochter vast.”
Twee van de getuigen zouden ook aanwezig zijn geweest in de woning toen daar de armpjes van de peuter door iemand in het gloeiend hete water werden geduwd. Een van die getuigen is een 7-jarig zoontje van W. die ze volgens haar advocaat op dat moment, om 23.00 uur ’s avonds, op bed legde. „Als ze haar zoontje naar bed bracht kon ze er niet bij zijn toen het incident plaatsvond met de emmer”, aldus de raadsman.
Het OM heeft besloten het voorarrest van W. met drie maanden te verlengen.