De 60-jarige Marijke heeft een zeer apart verhaal te vertellen. Haar stiefmoeder wilde na haar heengaan in een urn worden bijgezet op het graf van haar man.
Daar stak Marijke een stokje voor. Ze zou de as van haar stiefmoeder gaan ophalen bij het crematorium, maar besluit om de as te vervangen met de as van peuken.
Stiefmoeder
”Mijn stiefmoeder was een heel onplezierig mens. Ze was de minnares van mijn vader, die destijds getrouwd was met mijn moeder.”
”Jarenlang heeft mijn vader mijn moeder bedrogen. Toen het uitkwam, besloot mijn vader te willen scheiden om met haar verder te gaan.”
”Mijn moeder trok dat niet. Ze heeft alles gegeven wat ze had voor ons gezin. Toen ze erachter kwam dat ze jarenlang werd belazerd deed dat iets met haar.”
”Er knapte iets en ze heeft het nooit kunnen verwerken. Na mijn vader heeft ze ook geen relatie meer gehad. Ze vertrouwde mannen niet meer.”
As
”In de weekenden was ik bij mijn vader, die deed alsof er niets aan de hand was. Mijn stiefmoeder vond dat mijn moeder er maar ‘overheen’ moest komen en niet moest zeuren.”
”Ze heeft zelfs een keer gezegd dat zij een betere partner was voor mijn vader. Ik kon haar niet uitstaan. Toen ze een half jaar geleden overleed, was ik daar niet rouwig om.”
”Het gekke is dat ze bijgezet wilde worden bij haar, al eerder, 0verleden man. Haar as moest in een urn bij zijn graf worden gezet.”
”Ze wilde dus niet dat mijn vader de as zou krijgen. Mijn vader vroeg aan mij of ik de as wilde gaan ophalen. Ik zei dat ik dat zou doen.”
”Toen ik daar kwam heb ik alle formaliteiten netjes afgehandeld. Zodra ik buiten was ben ik iets verderop gestort en heb ik haar as in een prullenbak gegooid. Vervolgens heb ik er thuis as van sigaretten in gedaan. De urn gaf ik aan mijn vader en ik heb er niets over gezegd.”
Wraak
”Ik weet wel dat mensen denken dat ik niet 100 procent ben, maar na al die jaren heb ik eindelijk wraak kunnen nemen op dat secreet.”
”Ze heeft mijn vader afgepakt van mijn moeder en dat vergeef ik haar nooit. Zelfs nu ze er niet meer is, zal ik daar nooit vrede mee hebben.”