De 42-jarige Noor heeft naar eigen zeggen een ontzettend saaie baan. Om die reden drinkt ze de hele dag door alcohol op haar werk. ”Ik zou niet weten hoe ik anders de hele dag moet doorkomen op de zaak. Het is stiekem ook wel leuk.”
Wodka
In een lezersrubriek van het tijdschrift Libellen doet Noor haar opmerkelijke onthulling uit de doeken. Haar naam is fictief, want ze wil niet gepakt worden.
”Drank is heel makkelijk ongemerkt mee te nemen naar kantoor. Elke ochtend doe ik wodka in een thermosfles met koffie of sinaasappelsap. Die zet ik in de la van mijn bureau.”
”Wodka ruik je niet en het geeft me een lekkere, warme roes. Voor ’s middags heb ik twee colaflesjes mee die die ik vooraf vul met wodka of gin. Ik heb altijd snoepjes bij me voor een frisse adem, voor wanneer een collega komt praten. Ook heb ik altijd een fles water of kop thee op mijn bureau.”
Openbaar vervoer
”Drie dagen per week ga ik met het openbaar vervoer naar kantoor. Eerst ging ik met de auto, maar meestal ben ik aan het einde van de dag helemaal lam.”
”Dan kan ik lekker slapen in de bus. Kijk, ik heb een enorm saaie baan op de klantenservice van een internationaal bedrijf. Ik doe niet veel meer dan klachten aanhoren. Oplossen heb ik geen zin en dat hoeft ook niet. Ik hoef die zeikende sukkels alleen maar door te verbinden.”
”De tijd gaat heel langzaam. Doordat ik drink moet in mezelf vaak lachen om klachten. Het maakt me eigenlijk wel vrolijk, hoe serieus ze dan vertellen.”
Burn-out
”Vroeger werkte ik in de communicatie. Toen kreeg ik een burn-out en zat ik drie jaar thuis. Ik heb deze baan genomen om te kijken of ik weer kan werken.”
”Het is saai en frustrerend, maar wel precies wat ik aankan. Ik krijg ook goed betaald en heb verder met niemand nog wat te maken. Het is eigenlijk heel erg dubbel. Ik doe dit werk omdat het me rust en regelmaat geeft. Iets waardoor ik mijn bed uit moet.”
”Ondertussen verveel ik me kapot. De helft van de dag zit ik dronken aan mijn bureau. Dat is het punt: ik wil wel iets anders maar ik kan het nog niet aan.”
Aangesproken
”Twee keer hadden ze me bijna te pakken. Bij een afscheid van collega was ik zo lam dat ik me heb misdragen. Ik vond het zelf erg grappig, maar mijn manager niet. Een andere keer stond ik bij de koffiemachine te kletsen, toen een collega zei dat het leek alsof ik net uit een kroeg kwam.”
”Ik zei dat ik een kater had van de dag daarvoor. Eigenlijk had ik al vier glazen wodka-jus op. En toen was het pas 10.00 uur in de ochtend.”
”Soms schaam ik me wel, maar ik voel ook een enorme spanning. Het is echt een kick: drinken op kantoor is gewoon, ja hoe moet ik het zeggen…uitdagend.”
”Ik hoop dat dit een fase is. Wanneer ik klaar ben voor ander werk, solliciteer ik en hoop ik iets te vinden waar ik niet meer hoef te drinken.”