Je verwacht het niet: betalen per gereden kilometer, het zogenaamde rekeningrijden waar de politiek al jaren natte dromen over heeft, maakt autorijden fors duurder. Het vervelende is dat het nog gaat gebeuren ook. Per 2030, want dat staat in het regeerakkoord.
Het kabinet gaf consultancybureaus opdracht om de kosten van verschillende heffingsmodellen uit te rekenen. Afhankelijk van de keuzes die het kabinet maakt, gaan we met z’n allen naar schatting 7 tot 8 eurocent per gereden kilometer betalen.
Altijd en overal
Deze extra kosten gelden op elk moment en op elke weg in Nederland. Het nieuwe belastingmodel vervangt de aanschafbelasting (bpm) en motorrijtuigenbelasting.
Desastreus
Hoe meer je in de nieuwe situatie autorijdt, hoe duurder je dus uit bent. Dat is geen enkel probleem voor mensen die bulken van het geld, maar deze manier van autobezit belasten is desastreus voor mensen met een laag inkomen, aldus DVHN.
Onderzoeken tonen aan dat vooral kleine huishoudens zonder werkenden, dus huishoudens met weinig geld, de auto zullen laten staan als er per kilometer moet worden betaald.
En dus bestaat het risico dat armere mensen straks aan huis gekluisterd zijn, want dan is het te duur om even naar het strand te rijden met de kinderen.
Stekkerkorting en spitstoeslag
Het rekeningrijden blijkt een taai vraagstuk. Oorspronkelijk zou het kabinet voor de zomer een plan presenteren, maar dat lukt niet. Ondertussen stapelen de vragen zich op. Krijgen elektrische rijders korting? Wordt de kilometertaks hoger voor mensen met een zware auto? Toeslag in de spits?
Privacy
Ook blijft vooralsnog onduidelijk hoe Vadertje Staat de gereden kilometers van iedereen registreert en controleert. Zeker met het oog op de privacy is dat een interessant vraagstuk.
Het is aan VVD-minister Harbers van Infrastructuur en staatssecretaris Van Rij, een CDA’er, om te bepalen op welke manier het rekeningrijden geregeld wordt.
Wat er ook gebeurt: gelukkig is het openbaar vervoer ook nog steeds ontzettend duur.
