De eerste moderne inwoner van Nederland, die zo’n 10.000 jaar geleden leefde, had een zwarte huidskleur en blauwe ogen. Dat is naar voren gekomen uit genetische analyse van 8 stukjes bot uit die tijd, zo meldt de Volkskrant.
Stoere blanke types
Veel mensen leven in de veronderstelling dat Nederlanders van oudsher een blanke huidskleur hebben in combinatie met een blonde haarkleur. Dit beeld is nu ontkracht.
Archeoloog en DNA-expert Eveline Altena: ”Onze voorouders werden altijd neergezet als stoere blanke types. Maar ze zagen er toch wat anders uit.”
De eerste moderne mens leefde in een gebied dat Doggerland heette, een uitgestrekt gebied voor de kust dat inmiddels op de bodem van de Noordzee ligt. De populatie bestond uit jagers-verzamelaars die vooral op wild joegen en vis vingen. Later was er landbouw.
Steppenvolkeren uit het oosten trokken naar Nederland en de bevolking kreeg een lichtere huidskleur. Waarschijnlijk zijn de zwarte inwoners geleidelijk aan weggetrokken, al zitten er volgens de conservator prehistorie van het Rijksmuseum ook nu nog ‘spoortjes’ in ons DNA.
Vitamine D-tekort
Het vermoeden bestaat dat de lichte huidskleur vooral het gevolg is van een vitamine D-tekort, dat is ontstaan door het zeer granenrijke voedsel van landbouwers. Een lichtere huid laat meer zonlicht door en zorgt voor de aanmaak van Vitamine D.