Drie maanden geleden besloot de 19-jarige Antwerpenaar Laurenz naar het front in Oekraïne te gaan om te vechten. Inmiddels is hij weer terug in België, een illusie armer. Laurenz voelt zich uitgebuit: ”Ik zou het zeker niet opnieuw doen.”
De tiener vertelt over zijn uitstapje tegen Het Laatste Nieuws. ”Veel mensen vragen waarom een 19-jarige zonder militaire ervaring naar het front trekt. Ik had familiale problemen en had eigenlijk ook wel genoeg van Antwerpen”, aldus Laurenz.
”Toen de oorlog uitbrak, was duidelijk dat de Oekraïners hulp nodig hadden. Ik had het idee dat ik me in Oekraïne nuttig kon maken. Stel dat een buurland van België ons aanvalt, dan zouden we toch ook wel gelukkig zijn als er hulp komt. Ik ben iemand die graag mensen helpt, ook al is me dat in het verleden al zuur opgebroken. Er is vaak van mij geprofiteerd.”
Eerste raket slaat in
Op 10 maart arriveert Laurenz in Oekraïne. ”We We waren er amper twee of drie dagen toen die basis met raketten werd gebombardeerd. Dat gebeurde ’s morgens om 6 uur, ik was nog aan het slapen, maar ik werd wakker van de eerste raket die was ingeslagen.”
”Ja, er was veel paniek en ik zag mensen huilen. We zijn de bossen ingelopen. Er zijn toen wel 15 doden en 80 gewonden gevallen.”
Waardeloos contract
De Antwerpenaar kreeg een opleiding van een maand. Daarna werd hij samen met anderen uitgestuurd naar Barvinkove, waar ”de miserie” begon.
”Ze hebben ons een contract laten tekenen dat niets waard bleek. In het Oekraïens ook nog, dus ik kon het niet eens lezen. Er werd me gevraagd onderaan mijn rekeningnummer te schrijven. Het Oekraïense leger zou 3.400 dollar (ongeveer 3.200 euro, red.) per maand betalen. Ze hebben ons voorgelogen”, zegt hij. “We hebben vaak gevraagd naar onze betaling maar we werden voortdurend met een kluitje in het riet gestuurd.”
”Toen ging er bij mij een belletje rinkelen: hier klopt iets niet. Bovendien waren Oekraïeners niet aardig tegen ons. Velen hebben een Sovjet-verleden en je merkt dat aan de manier waarop ze aankijken tegen westerlingen.
Geen schot gelost
Hoe het dan zit met zijn gevechtsuitrusting? ”Op het kogelwerende vest moest ik twee weken wachten. Ik heb uiteindelijk ook een wapen gekregen, maar dat heeft volgens mij nooit gewerkt, het hing vol met olie. Van de vele westerse wapens die werden geleverd, heb ik eigenlijk nooit wat gezien. Ik heb in al die maanden nooit een schot gelost, dat wilde ik ook niet.”
Eten en drinken genoeg
Waar vele steden in het door oorlog verscheurde land kampen met voedseltekorten, at Laurenz zijn buikje vol. ”In Kiev ging ik wel eens uit eten. In het andere geval was het eten wat de pot schaft. Een Oekraïense specialiteit zijn gepekelde spekzwoerden die vervolgens rauw werden gegeten, toch wat anders dan het traditionele Vlaamse spek op de barbecue.”
Hoofdmaaltijden bestonden dus voornamelijk uit varkensvlees, boekweit en groenten. Stevige maaltijden waar je een hele poos kon op teren. Slapen was minder comfortabel, we moesten maar gewoon op de grond gaan liggen, maar soms ook op een geïmproviseerd bed.”
Geen zin meer
Iets minder dan drie maanden heeft Laurenz het volgehouden. ”Ik heb nooit gevraagd of ik mocht terugkeren, ik heb dat gewoon gemeld. Ze vonden het wel spijtig, maar niemand heeft geprobeerd me op andere gedachten te brengen. Met wat ik nu weet, zou ik het nooit opnieuw doen.”
Toch heeft hij wel het gevoel dat hij heeft kunnen helpen, met drones, het uithollen van loopgraven en het sorteren van de hulpgoederen. Trauma’s heeft hij gelukkig niet opgelopen: ”Ik heb ook maar een keer tussen vallende bommen gezeten.”