5. “Dit is wat er gebeurt als je je ogen knippert.”
6. Boter lijkt te veel op ijs.
7. Hij overleefde het slaapfeestje van mijn kinderen.
8. “Daarom vind ik het niet leuk als mijn kinderen stil zijn.”
5. “Dit is wat er gebeurt als je je ogen knippert.”
6. Boter lijkt te veel op ijs.
7. Hij overleefde het slaapfeestje van mijn kinderen.
8. “Daarom vind ik het niet leuk als mijn kinderen stil zijn.”